Stel je eens voor dat...
...je al dagen rond loopt met stevige hoofdpijn. Je gaat naar de dokter waar je doorverwezen wordt naar het ziekenhuis voor onderzoek.
Onderweg val je weg en krijgt een hersenbloeding.
Dood.
Je voelt geen pijn meer.
De pijn is voor de nabestaanden.
Je kinderen hebben geen ouder meer en je ouders geen kind.
Vreselijk, afschuwelijk.
Stel je eens voor dat...
...je geboren bent met een erfelijke nierafwijking. Rond je dertigste stoppen je nieren volledig met hun functie.
Een kunstnier helpt je overleven maar om te leven heb je een donornier nodig.
Die zijn er niet genoeg. Na jaren wachten ben je zodanig verzwakt dat je lichaam het opgeeft.
Dood.
Je voelt geen pijn meer.
De pijn is voor de nabestaanden.
Je kinderen hebben geen ouder meer en je ouders geen kind.
Vreselijk, afschuwelijk.
Stel je eens voor dat...
...je in het eerste omschreven drama geregistreerd stond als donor.
Dan had je waarschijnlijk in de tweede beschrijving nog geleefd.
Je nabestaanden zouden troost vinden bij het idee dat je een ander mens hebt gered.
Jij!
En ik...
Ik ben gezond.
Mijn vader´s nieren werken niet.
Hij wacht nu al vijf jaar op een nieuwe nier.
Nataly Nagy, 21 augustus 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten